Huishoudelijk reglement
Hoe is het Interkerkelijk Dovenpastoraat (IDP) georganiseerd? Het huishoudelijk reglement geeft antwoord op die vraag. Het is een lijst met werkafspraken die met elkaar zijn gemaakt. De afspraken geven weer wie waarvoor verantwoordelijk is. Hieronder vind je het huishoudelijk reglement in NGT. De tekst liever lezen? Dat kan ook. Klik dan op het plusje om per onderwerp de tekst te zien.
1. Inleidende bepalingen
a. Het Interkerkelijk Dovenpastoraat (IDP) is een hulpdienst voor de samenwerkende kerken om het pastorale werk uit te voeren ten behoeve van de dove leden van de gemeente, onverminderd de eigen verantwoordelijkheid van de kerkenraden ten aanzien van hun dove leden.
b. In het IDP wordt samengewerkt op basis van de overeenkomst van samenwerking voor de geestelijke verzorging van doven.
c. Het doel van het IDP is het bevorderen dat dove gemeenteleden een eigen, volwaardige plaats in de kerk innemen.
d. Het streven is dat de dovencultuur leidend zal zijn binnen het IDP.
b. In het IDP wordt samengewerkt op basis van de overeenkomst van samenwerking voor de geestelijke verzorging van doven.
c. Het doel van het IDP is het bevorderen dat dove gemeenteleden een eigen, volwaardige plaats in de kerk innemen.
d. Het streven is dat de dovencultuur leidend zal zijn binnen het IDP.
2. Organisatie
a. Aan het IDP wordt leiding gegeven door een landelijk bestuur, dat voor de uitvoering van werkzaamheden wordt bijgestaan door taakgroepen en door dovenpastores (predikanten en/of functionarissen), die door de deelnemende kerken zijn aangesteld ten behoeve van het IDP.
b. Ten behoeve van het werk in de regio’s zijn er Interkerkelijke Commissies (IC’s).
b. Ten behoeve van het werk in de regio’s zijn er Interkerkelijke Commissies (IC’s).
3. Bestuur
a. De deelnemende kerken wijzen vanuit de eigen commissie / deputaten / werkgroep voor het dovenpastoraat leden aan die zitting nemen in het bestuur van het IDP. Het bestuur dient in samenstelling een afspiegeling te zijn van de fte’s qua dovenpastores zoals geleverd door de deelnemende kerken. Het bestuur bestaat uit minimaal 6 en maximaal 8 leden.
b. Vanuit het streven de dovencultuur leidend te laten zijn, zijn minimaal 2 bestuursleden afkomstig uit de dovencultuur. Daarnaast zijn alle bestuursleden bekend met dovencultuur of zijn bereid zich daarin te laten scholen.
c. Het bestuur kiest uit zijn midden een moderamen, waarin alle deelnemende kerken vertegenwoordigd zijn. Het moderamen bestaat uit minimaal drie personen waarvan tenminste één lid doof is. Wanneer een van de deelnemende kerken nog niet vertegenwoordigd is of als er geen dove in het moderamen zit, wordt een doof persoon uit het bestuur hieraan toegevoegd, zo mogelijk lid van de nog niet vertegenwoordigde kerk.
d. Het moderamen legt vanuit zijn midden een voorstel voor aan het bestuur voor een voorzitter, secretaris en een algemeen lid (tweede voorzitter) of penningmeester.
e. De zittingstermijn van bestuursleden wordt bepaald door de eigen kerkelijke regelingen, met een maximum van 12 jaar.
f. Minimaal een van de dovenpastores neemt als adviseur deel aan de vergaderingen van het moderamen en het bestuur.
g. Het bestuur heeft tot taak leiding te geven aan het IDP, waarbij het in ieder geval verantwoordelijk is voor:
– het vaststellen van het beleid ten aanzien van het dovenpastoraat binnen de door de kerken aangegeven kaders,
– het opstellen van een beleidsplan voor een periode van 5 jaar,
– het jaarlijks maken van een werkplan op basis van het beleidsplan,
– het adviseren van en verantwoording afleggen aan de deelnemende kerken,
– de aanstelling van dovenpastores, onverminderd de verantwoordelijkheid van de kerkelijke commissie / deputaten / werkgroep die de benoeming doet,
– de begeleiding van dovenpastores, onverminderd de verantwoordelijkheid van de kerkelijke commissie / deputaten / werkgroep die de benoeming heeft gedaan,
– het benoemen van voorgangers in dovendiensten,
– het stimuleren en adviseren van de IC’s,
– de vertegenwoordiging van het IDP naar de kerken toe met het oog op de bewustwording van de opdracht van de kerken ten aanzien van hun dove leden,
– de vertegenwoordiging van het IDP in de dovengemeenschap,
– de organisatie van ontmoetingen en/of toerustingsactiviteiten.
h. Het moderamen vormt het dagelijks bestuur van het IDP, hierbij is het verantwoordelijk voor:
– het opstellen van de agenda voor de bestuursvergaderingen,
– het voeren van jaargesprekken met de dovenpastors (frequentie van minimaal jaarlijks),
– de voorzitter leidt de bestuurs- en moderamenvergaderingen en vormt het gezicht van het IDP naar buiten,
– toezien dat elk onderdeel binnen de organisatie van het dovenpastoraat zijn taken goed uitvoert.
– de secretaris voert de correspondentie, stelt de notulen op, is belast met de archivering, houdt als coördinator contact met de taakgroepen en is contactpersoon voor het dovenpastoraat.
b. Vanuit het streven de dovencultuur leidend te laten zijn, zijn minimaal 2 bestuursleden afkomstig uit de dovencultuur. Daarnaast zijn alle bestuursleden bekend met dovencultuur of zijn bereid zich daarin te laten scholen.
c. Het bestuur kiest uit zijn midden een moderamen, waarin alle deelnemende kerken vertegenwoordigd zijn. Het moderamen bestaat uit minimaal drie personen waarvan tenminste één lid doof is. Wanneer een van de deelnemende kerken nog niet vertegenwoordigd is of als er geen dove in het moderamen zit, wordt een doof persoon uit het bestuur hieraan toegevoegd, zo mogelijk lid van de nog niet vertegenwoordigde kerk.
d. Het moderamen legt vanuit zijn midden een voorstel voor aan het bestuur voor een voorzitter, secretaris en een algemeen lid (tweede voorzitter) of penningmeester.
e. De zittingstermijn van bestuursleden wordt bepaald door de eigen kerkelijke regelingen, met een maximum van 12 jaar.
f. Minimaal een van de dovenpastores neemt als adviseur deel aan de vergaderingen van het moderamen en het bestuur.
g. Het bestuur heeft tot taak leiding te geven aan het IDP, waarbij het in ieder geval verantwoordelijk is voor:
– het vaststellen van het beleid ten aanzien van het dovenpastoraat binnen de door de kerken aangegeven kaders,
– het opstellen van een beleidsplan voor een periode van 5 jaar,
– het jaarlijks maken van een werkplan op basis van het beleidsplan,
– het adviseren van en verantwoording afleggen aan de deelnemende kerken,
– de aanstelling van dovenpastores, onverminderd de verantwoordelijkheid van de kerkelijke commissie / deputaten / werkgroep die de benoeming doet,
– de begeleiding van dovenpastores, onverminderd de verantwoordelijkheid van de kerkelijke commissie / deputaten / werkgroep die de benoeming heeft gedaan,
– het benoemen van voorgangers in dovendiensten,
– het stimuleren en adviseren van de IC’s,
– de vertegenwoordiging van het IDP naar de kerken toe met het oog op de bewustwording van de opdracht van de kerken ten aanzien van hun dove leden,
– de vertegenwoordiging van het IDP in de dovengemeenschap,
– de organisatie van ontmoetingen en/of toerustingsactiviteiten.
h. Het moderamen vormt het dagelijks bestuur van het IDP, hierbij is het verantwoordelijk voor:
– het opstellen van de agenda voor de bestuursvergaderingen,
– het voeren van jaargesprekken met de dovenpastors (frequentie van minimaal jaarlijks),
– de voorzitter leidt de bestuurs- en moderamenvergaderingen en vormt het gezicht van het IDP naar buiten,
– toezien dat elk onderdeel binnen de organisatie van het dovenpastoraat zijn taken goed uitvoert.
– de secretaris voert de correspondentie, stelt de notulen op, is belast met de archivering, houdt als coördinator contact met de taakgroepen en is contactpersoon voor het dovenpastoraat.
4. Werkwijze
a. Voor de uitvoering van de werkzaamheden laat het bestuur zich bijstaan door taakgroepen. In elke taakgroep neemt een bestuurslid zitting als contactpersoon.
b. Het bestuur vergadert ten minste drie maal per jaar. De vergaderingen worden voorbereid door het moderamen. De datum van de vergaderingen is ten minste twee weken van tevoren bekend. De agenda voor de vergadering wordt ten minste een week van tevoren door de secretaris verzonden aan de bestuursleden.
c. Het moderamen vergadert ten minste vijf maal per jaar.
d. Het bestuur kan het moderamen machtigen om zaken af te handelen die geen uitstel dulden. Het moderamen legt hiervan achteraf verantwoording af aan het bestuur.
e. Besluiten van het bestuur worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen. Bij het staken van de stemmen, wordt de stemming verdaagd naar de volgende vergadering. Ieder van de deelnemende kerken krijgt in de nieuwe stemming één algemene stem per deelnemende kerk extra.
f. Voor het nemen van besluiten dient tenminste de helft van de bestuursleden aanwezig te zijn. Is dit niet het geval, dan wordt een te nemen besluit doorgeschoven naar de volgende vergadering. Indien dan opnieuw minder dan de helft van de afgevaardigden aanwezig is, kan een besluit wel worden genomen.
g. Over personen wordt in de regel schriftelijk gestemd. Met betrekking tot andere zaken kunnen de leden om schriftelijke stemming verzoeken.
h. Het bestuur heeft met elke taakgroep minimaal een keer per jaar een gesprek over de voortgang van de werkzaamheden.
b. Het bestuur vergadert ten minste drie maal per jaar. De vergaderingen worden voorbereid door het moderamen. De datum van de vergaderingen is ten minste twee weken van tevoren bekend. De agenda voor de vergadering wordt ten minste een week van tevoren door de secretaris verzonden aan de bestuursleden.
c. Het moderamen vergadert ten minste vijf maal per jaar.
d. Het bestuur kan het moderamen machtigen om zaken af te handelen die geen uitstel dulden. Het moderamen legt hiervan achteraf verantwoording af aan het bestuur.
e. Besluiten van het bestuur worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen. Bij het staken van de stemmen, wordt de stemming verdaagd naar de volgende vergadering. Ieder van de deelnemende kerken krijgt in de nieuwe stemming één algemene stem per deelnemende kerk extra.
f. Voor het nemen van besluiten dient tenminste de helft van de bestuursleden aanwezig te zijn. Is dit niet het geval, dan wordt een te nemen besluit doorgeschoven naar de volgende vergadering. Indien dan opnieuw minder dan de helft van de afgevaardigden aanwezig is, kan een besluit wel worden genomen.
g. Over personen wordt in de regel schriftelijk gestemd. Met betrekking tot andere zaken kunnen de leden om schriftelijke stemming verzoeken.
h. Het bestuur heeft met elke taakgroep minimaal een keer per jaar een gesprek over de voortgang van de werkzaamheden.
5. Taakgroepen
a. Elke taakgroep wijst uit het eigen midden een voorzitter en een notulist aan.
b. De taakgroepen werken zelfstandig binnen de kaders van het beleidsplan van het IDP.
c. Elke taakgroep maakt voor zichzelf een werkplan op basis van het beleidsplan.
d. Elke taakgroep legt door middel van een jaarverslag aan het bestuur verantwoording af voor de verrichte werkzaamheden.
b. De taakgroepen werken zelfstandig binnen de kaders van het beleidsplan van het IDP.
c. Elke taakgroep maakt voor zichzelf een werkplan op basis van het beleidsplan.
d. Elke taakgroep legt door middel van een jaarverslag aan het bestuur verantwoording af voor de verrichte werkzaamheden.
6. Financiën
a. In afwijking van artikel 3d kan de penningmeester van het IDP worden benoemd van buiten het bestuur/moderamen; in dat geval wordt hij als adviseur zonder stemrecht aan het moderamen toegevoegd.
b. De penningmeester stelt jaarlijks een begroting op en legt die ter goedkeuring voor aan het bestuur.
c. De penningmeester stelt jaarlijks een financieel jaarverslag op en legt dat ter goedkeuring voor aan het bestuur.
d. De IC’s dragen jaarlijks een bijdrage af ten behoeve van de activiteiten van het IDP; de hoogte van de bijdrage wordt vastgesteld door het bestuur.
e. Het IDP is ANBI technisch ondergebracht bij de Dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk. Het financiële beheer is echter in handen van de penningmeester. Over de contacten met de DO zijn eigen afspraken gemaakt in een convenant, zie bijlage.
b. De penningmeester stelt jaarlijks een begroting op en legt die ter goedkeuring voor aan het bestuur.
c. De penningmeester stelt jaarlijks een financieel jaarverslag op en legt dat ter goedkeuring voor aan het bestuur.
d. De IC’s dragen jaarlijks een bijdrage af ten behoeve van de activiteiten van het IDP; de hoogte van de bijdrage wordt vastgesteld door het bestuur.
e. Het IDP is ANBI technisch ondergebracht bij de Dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk. Het financiële beheer is echter in handen van de penningmeester. Over de contacten met de DO zijn eigen afspraken gemaakt in een convenant, zie bijlage.
7. Interkerkelijke Commissies
a. De IC’s geven zelfstandig invulling aan de doelstelling van het IDP binnen de eigen regio.
b. Tot de taken van de IC’s behoort onder meer
– het organiseren van dovendiensten en/of gecombineerde diensten,
– de pastorale zorg voor dove leden van de deelnemende kerken (en hun gezinnen), onverminderd de verantwoordelijkheid van de kerkelijke gemeente waartoe de dove behoort,
– het organiseren van catechese- en/of toerustingsactiviteiten voor dove leden,
– het bijhouden van een register van namen en adressen en verdere noodzakelijke gegevens van dove leden in de regio.
b. Tot de taken van de IC’s behoort onder meer
– het organiseren van dovendiensten en/of gecombineerde diensten,
– de pastorale zorg voor dove leden van de deelnemende kerken (en hun gezinnen), onverminderd de verantwoordelijkheid van de kerkelijke gemeente waartoe de dove behoort,
– het organiseren van catechese- en/of toerustingsactiviteiten voor dove leden,
– het bijhouden van een register van namen en adressen en verdere noodzakelijke gegevens van dove leden in de regio.
8. Tot slot
In zaken waarin dit reglement niet voorziet, bereidt het moderamen een besluit voor.