Nieuws


Het verhaal van Martin Visser, (Gebarendominee)

23-10-2020 • Interview

“Op mijn veertiende voelde ik bij het lezen van een Psalm een verrassende roeping om predikant te worden. Het geloof in de Here God heeft altijd een rol gespeeld in mijn leven. Mijn baan als voorganger is het mooiste dat ik kan doen. Delen. Uitdragen. Het beste dat mensen kan overkomen, is dat ze God leren kennen. De vrucht van mijn werk is van eeuwigheidswaarde.

Na een paar gemeentes te hebben mogen dienen, verraste God mij weer. Hij riep mij naar het dovenpastoraat. Ik kende de dovenwereld helemaal niet. De enige ervaring die ik hierin had, was dat mijn tante trouwde met een dove man en zij mij vroegen de dienst te leiden.

Samen met mijn vrouw volgde ik een cursus gebarentaal. De gebaren ben ik gaan gebruiken in kerkdiensten. Zo leerde ik mijzelf de geloofsbelijdenis in gebarentaal aan. De mooiste complimenten die ik hiervoor kreeg, was dat doven mij aanspraken en aangaven nu echt het gevoel te hebben erbij te horen. Nadat ik een keer de zegen in gebarentaal meegaf, kwam een oudere dame na afloop van de dienst naar me toe. Ze vertelde mij dat dit de eerste keer was dat ze zich in haar eigen gemeente niet te gast voelde…

Deze rol past helemaal bij de gaven en talenten die God mij gegeven heeft. Ik hou van concrete taal. Gebarentaal is ook concreet.

In de loop der jaren ben ik de dovenwereld steeds beter gaan leren kennen. Nederland kent tussen de 10.000 en 15.000 doven. Circa 1,5 miljoen mensen zijn slechthorend. Tot in de jaren tachtig was gebarentaal verboden op scholen. Veel ouderen lopen nog met een trauma uit die tijd rond. Ze werden nooit serieus genomen.

Ik vind het belangrijk dat iedereen weet dat hij of zij erbij hoort. Ik geloof heel sterk in samen kerk-zijn. Dus ook doven en horenden.

Wist je dat veel doven trots zijn op het feit dat zij doof zijn? Sommigen schrijven Doof standaard met een hoofdletter. Doof zijn bepaalt hun identiteit. Toen iemand een dove wilde bemoedigen door ter zeggen dat hij later in de hemel wel kan horen, reageerde hij verbaasd. ‘Hoezo? In de hemel spreekt God gebarentaal.’ Zeg tegen een dove ook niet dat hij een lichamelijke beperking heeft. Zo zien zij dit zelf namelijk helemaal niet.

Het is belangrijk dat we niet voor de ander denken, maar dat we met elkaar in gesprek zijn. Dat we denken vanuit de ander. Elkaars werelden willen leren kennen. Dit houdt ook in dat we inclusief moeten denken. Twee jaar geleden kreeg ik het verzoek van een dove student voor een stageplaats. Op verschillende andere plekken was hij eerder niet aangenomen. Vanaf de eerste dag dat hij bij mij werkte, kon hij zichzelf helemaal kwijt in zijn werk. Gebarentaal was zijn eerste taal. Of zoals hij het zelf zei: ‘Dit is de taal van mijn hart.’”

Gebruik jouw gaven en breng twee werelden bij elkaar in een kerk!
WORD VRIJWILLIGER BIJ HET IDP.
Meld je hier aan!

Terug naar nieuws